Verder dan ooit van huis
Vandaag verder weg van huis dan ooit geweest. Om precies te zijn op 46 graden 36 min, 54 sec Zuiderbreedte en 168 graden, 21 min, 26 sec Oosterlengte. Zoek deze coördinaten maar eens op de kaart en je weet waar ik vanmiddag ben geweest.
Maar vanmorgen rond half acht het bed uitgestapt. Tegen negen uur zat ik alweer in het internetcafe. De plaats waar ik met mijn eigen laptop bezig kon zijn was helaas bezet. Dus nu maar op een andere plaats. Weer diverse foto´s ge-upload en op de web-log geplaatst. Tevens een iedere bedankt voor zijn/haar felicitatie jegens mij. Vervolgens even na half tien Te Anau uitgereden. Ik volg de Scenic Southern Route. Deze voert via hw 95 naar Manapouri naar het zuiden. Onderweg rijdt ik de bewolking tegemoet. Bij vertrek is het nog behoorlijk helder. het is echter wel een heel aparte lucht.
Bij Clifden bekijk ik de Historic Suspension Bridge. Gebouwd in 1898-1899. De overspanning bedraagt 111,5 meter en de torens zijn elk 7,5 hoog. Het was toen allemaal handwerk. De torens zijn eerst opgebouwd met een houten bekisting die vol gestort is met beton, wat ter plaatse met de hand is gemaakt en met emmers van bovenaf in de torens is gestort. Bij Papatorara (Inmiddels op hw 99) ga ik nog even een uitstapje maken naar het strand. Het is er stil en verlaten. Het weer is er ook niet echt naar.
Het is bewolkt en er staat wederom een harde wind die het frisjes maakt. Bij Riverton rijdt ik de hw weer even af om naar The Rock te gaan. Daar zit een groep vogels op een rots. De gebruikelijke aalscholvers. Ik maak er even een kiekje van. Ik rij door naar Invercargill. Een redelijk lang en vlak stuk. Vandaar uit is het nog 30 km naar Bluff. Het meest zuidelijke puntje van de twee eilanden van Nieuw Zeeland.
Eigenlijk is er nog een derde eiland: Stewart Island. Dit ligt voor de kust van Bluff. Er wonen echter maar weinig mensen. Het overgrote deel is bos en bergen. Van Bluff rijdt ik terug naar Invercargill, om daar linksaf en via Otatara naar Otiri Beach te rijden.
Ca 1 km hiervoor is de camping waar ik vannacht verblijf. Slechts voor $ 9,00. Douches en toiletvoorziening zijn echter dermate slecht dat ik er in eerste niet wil douchen. Echter dan zie ik de unisex douche. Deze is wel nieuw en schoon en zo kan ik mij er dan toch douchen. Het is inmiddels rond half negen en de lucht is in de afgelopen uren steeds donkerder geworden en het begint dan nu ook te regenen. Berichten voor morgen zijn ook niet echt geweldig. Bewolkt en wat regen. Wat dat betreft staat deze dag in schril contrast met gisteren. Mij nu toch wel opgevallen hoe verschillend de ene dag ten opzichte van de andere dag kan zijn wat betreft het weer.
The Catlins
Vanmorgen lacht mij een stralend zonnetje toe wanneer ik rond half zeven op sta. Ik besluit dan ook om vanmorgen wederom naar Bluff te rijden om even wat mooiere foto´s te krijgen. Rond half acht vertrek ik dan ook. Het blijkt dat ik niet de eerste ben. Na de foto´s rijdt ik naar Invercargill om daar in een internetcafe mijn web-log bij te werken. De eerste is om half tien nog dicht, terwijl de openingstijden wel aangeven dat hij open zou moeten zijn. Geen nood aan de overkant is nog een internetcafe. Helaas kan ik hier mijn laptop niet gebruiken en ook via USB-stick foto´s uploaden kan hier niet. Dus dan eerst alleen maar tekstueel. Daarna ga ik weer naar de overkant. Hier kan ik wel mijn laptop gebruiken, dus kan ik even veel foto´s uploaden. Tevens even foto´s plaatsen bij mijn berichtje van zonet.
Rond elf uur verlaat ik Invercargill om via de Southern Scenic route richting Fortrose te rijden. De eerste kilometers zijn lange rechte wegen, dus schiet lekker op. Ongeveer 10 km voor Fortrose begint de omgeving wat meer heuvelachtiger te worden en daarmee ook wat aantrekkelijker. Bij Fortrose sla ik rechtsaf om via een binnenweg naar Slope Point te rijden. De eerste kilometers zijn nog verhard, maar na ongeveer 20 km wordt het een gravelroad. Bij Slope Point loop je vervolgens een 500 meter door het weiland naar de eindpunt.
Ook hier staat een bordje met de graden aangegeven: 46`40:40 zuid en 160´00:11 oost. Daarmee geeft men aan dat dit het zuidelijkste puntje is. Maar gisteren stond er 46´36:54 als zuidelijkste punt. Wat is nu waar? Na Slope Point rijdt ik door naar Curio Bay. Hier is een “Petrified Forest”. Een begraven bos. Miljoenen jaren geleden is hier een bos verdwenen. Nu komen de resten weer naar voren in de rotsen. Het hout is geheel versteend. Je ziet inderdaad duidelijk de boomstronken en stammen in de rotsen. Hier maak ik ook mijn laatste foto van de dag: Batterijen leeg!
Is wel even balen. Zit niks anders op dan alleen maar video. Inmiddels is het weer geheel bewolkt geworden. Ik had dat wel zien aankomen omdat vanuit het oosten de bewolking steeds dichter bij kwam. Op de wind voelt het dan wel frisjes (17-18 graden). Ik rijdt weer verder en kom weer uit op de oorspronkelijke route. Hier zou de weg ook moeten overgaan in een gravelroad volgens mijn kaart, maar inmiddels blijkt deze weg ook geheel geasfalteerd te zijn.
Onderweg kom ik de McLeans Falls tegen. Ik neem alleen de videocamera mee, immers de batterijen van de fotocamera zijn leeg. Kom ik bij de Falls, is ook de batterij van de camera leeg. En de reservebatterij zit in de tas bij de fotocamera. Wederom balen dus. Ik besluit dan ook maar, alhoewel redelijk vroeg, om een camping te zoeken. Deze blijkt ca 15 km verder te liggen bij Papatowai. Iets na 16.00 u ben ik er.
Bij de ingang is een klein winkeltje waar ik wat boodschappen doe, waaronder kleine zakjes waspoeder. Dus kan ik mooi een was doen. Op de camping als eerste de batterijen aan de stoom. Vervolgens de was maar even doen. Echter ook dit loopt in de soep. Na 1.45 u is de wasmachine gestopt. Ik krijg hem echter niet open, en als ik er opnieuw 50 c in doe gaat hij door met wassen. Ik stop de machine maar en haal de was er drijfnat uit. Uitwringen en vannacht maar laten hangen. Zie ik morgenochtend wel hoe deze erbij hangt.
De batterijen van de fotocamera zijn inmiddels opgeladen. Dus daar nu even geen zorgen meer over. De bedoeling is dat ik morgen weer een stukje terugrijdt naar de Mc Lean Falls en een bezoek brengen aan de Catlin Caves, die ik eerder vanmiddag voorbijreed, als deze tenminste bereikbaar zijn. Kan namelijk alleen bij eb. Verder weer de gebruikelijke dingen gedaan.
1 gat, 1 grot, 1 tunnel, 3 watervallen
Vannacht maar matig geslapen. Rond 2 uur lang wakker gelegen en om 5 uur was ik al klaar wakker. Tegen half zes van bed gegaan. Heb in de vroege ochtend toen maar een strandwandeling gemaakt. Het is koud en grijs. Te oordelen naar de lucht zullen we de zon niet zien vandaag. Dat blijkt ook. Regelmatig valt er wat motregen, met name in de middag is het nat en grijs. S´avonds rond 21.00 ging het behoorlijk regenen. De berichten voor de volgende dag zijn ook niet veel beter.
Na de ochtendwandeling om ca 7 uur weer terug. Tegen 9 uur verlaat ik de camping. De enige benzine pomp hier gaat namelijk pas om 9 uur open, en ik moet voor vandaag nog wel tanken. Vervolgens rijdt ik weer een stukje terug, naar de McLean Falls. Deze kan ik nu ook op de foto zetten en nogmaals op de video. Onderweg heb ik al gezien dat het hek naar de Cathedral Caves om 12.00 open gaat. Om 1.20 is het laagtij. Dus heb ik nog wel even tijd om wat anders te bekijken. Bij de Florence Hil krijgt je een schitterend uitzicht over de kustlijn en baai.
Direct na Papatowai sla ik rechtsaf om naar de Purakaunui Falls te rijden. Het eerste stuk is nog geasfalteerd, maar gaat dan over in een gravelroad. Het is een mooie waterval die ca 20 meter naar beneden stort over een breed terras. Vandaar rijdt ik door naar de Jack´s Blowhole. Volgens de reisgids alleen interessant bij ruig weer. Ik begrijp nu waarom. Het is een gat van 144 m lang, 68 meter breed en 55 m diep. Het ligt 200 meter het land in, maar heeft wel een verbinding met de zee. Het water kolkt hier in en de wind blaast er in. Dit alles geeft het wel een apart geluid. Ik kan mij een klein beetje voorstellen hoe het met ruig weer hieraan toe gaat.
Inmiddels is het al ruim twaalf uur geweest en bij Owaka kom ik weer op de hw 92. Ik rijdt nu weer terug naar de Cathedral Caves. Het is er behoorlijk druk. Terwijl als je op de weg bent weinig verkeer tegenkomt. Na ruim een kwartier wandelen ben ik er. Het is wel apart zo´n grot hier. De grot heeft twee ´ingangen´en ligt eigenlijk in een soort V-vorm. De grot is ongeveer 50 meter diep en behoorlijk hoog. Bij vloed stroomt hij weer helemaal vol water. Vandaar dat de toegang strak gereguleerd wordt en er ook een toegangsprijs geld van $3. Het water begint zo rond 15.00 u weer wat op te komen. Even na half 4 vertrek ik bij de Cathedral Caves.
Doel is nu de Matai Falls. Eerder ben ik die al tegenkomen toen ik terugreed. Nu dus weer richting het oosten. Ook dit is wel een mooie waterval. Ze zijn allen niet zo spectaculair, maar het aanzien best waard door hun vormgeving. Ik besluit om nu door te rijden naar Balclutha. Onderweg kom ik nog langs de Tunnel Hill. Een tunnel die rond 1890 gebouwd is. Hij kent een lengte van 264 meter. Daarna is het nog zo´n 50 km naar Balclutha. Gelet op de grootte van de stad verwacht ik eigenlijk dat er wel een internetcafe is zodat ik weer mijn web-log kan bijwerken. Helaas het blijkt niet zo te zijn. In een cafe hebben ze wel een hotspot, maar het lukt mij maar niet om verbinding te krijgen. Is toch wel even balen. Dan morgen maar in Dunedin proberen. Weet niet of ik morgen nog naar Nugget Point ga. Gelet op de foto in de reisgids lijkt het wel mooi daar. Besluit ik morgenochtend wel.
Ondanks het weer, ben ik toch wel zeer tevreden over de dag. Vele kilometers gelopen vandaag. Want bijv. naar de Jackson´s Blowhole was toch een behoorlijke wandeling. Tel daarbij op het klimmen en dalen. Voelde het aan het eind van de middag wel in de enkels. Maar dat hoort er ook een beetje bij.
Geduld deels beloond
Vanmorgen tegen achten pas op. Buiten is het nog grauw en grijs. Ook miezert het nog een beetje. Om negen uur rijdt ik eerst naar een benzinepomp waar ze mijn gasfles opnieuw vullen. Heb het helaas net niet de 4 weken kunnen volhouden. Vervolgens verlaat ik Balclutha en al snel begint het te regenen. Even voor Dunedin, ca 80 km verder, wordt het droog en licht de lucht iets op. Ik rijd naar het centrum waar ik al snel een internet mogelijk vindt. Kan ik eindelijk mijn web-log weer eens bijwerken. Ben al met al ruim een uur bezig. En dan is het op naar het Otago Peninsula. Het schiereiland bij Dunedin. Via een lange kronkelige weg langs de baai arriveer ik uiteindelijk bij de kop van het eiland. Daar is een Albatros kolonie. Ook veel Aalscholvers zijn er te vinden. Ik aarzel even of ik de tour zal nemen.
Doe het uiteindelijk toch. We gaan naar het observatorium op de top van de heuvel. Vanuit hier zie je een 5-tal Albatrossen op hun nest zitten. Doordat hier nu de zon schijnt en wat warmer is, verwacht de gids niet dat we de vogels zien vliegen. Het geluk zit ons echter mee. Want er vliegt toch een voorbij. Kan mooi een foto maken van de vlucht Tevens op de video. De vogel gaat bij zijn maatje zitten. Ze begroeten elkaar. Dus toch nog mooie foto´s en video kunnen maken. Ben dus toch wel blij dat ik het gedaan heb. Na een klein halfuurtje daar naar de vogels te hebben gekeken keren we weer terug.
Ik verlaat Dunedin om verder noordwaarts te rijden. Doel is Mouraki om daar de Mouraki Boulders te zien. Grote zwerfkeien op het strand. Valt mij toch wel wat tegen. Ca 40 stenen liggen daar op het strand. Ben er snel uitgekeken. Dus wordt het weer de auto in en verder noordwaarts. Einddoel vanmiddag Omarau. Bekend om zijn pinguïn kolonies. Rond half zes ben ik op de camping na eerst nog even wat bij de super boodschappen te hebben gedaan. Na de spaghetti ga ik op weg naar de yellow-eye pinguïns. Als ik tegen 19.00 u aankom is het nog rustig op het strand.
Geen pinguïn te zien. Wel veel mensen. Tegen half acht zie ik de eerste twee pinguïns. De afstand voor een mooie foto is te groot. Met de video op behoorlijke zoom krijg je nog redelijke beelden. Daarna wordt het weer rustig. Wachten duurt lang, maar wordt veraangenaamd doordat er een man bij ons in de uitkijkhut is komen te staan die het nodige weet van de pinguïns en ons het nodige vertelt. Rond half negen is het al aardig wat rustiger geworden wat betreft mensen. Tegen kwart voor negen ga ik er ook vandoor. Dan zie ik toch nog een pinguïn uit het water komen. Voor de foto blijkt het te ver weg. Maar kan de vogel toch mooi op de video krijgen.
Rond negen uur ben ik weer terug op de camping. Ga eerst de web-log weer bijwerken. De computers zijn erg langzaam maar toch lukt het mij. Daarna in de camper het reisverslag bijwerken. Heb van vandaag toch wel hoofdpijn gekregen. Neem een aspirine en ga meteen maar naar bed.
Eindelijk Mt. Cook
Eindelijk, Daar is ie dan: Mount Cook, met zijn 3754 m hoge top, de hoogste berg van Nieuw Zeeland. Maar voordat ik daar aankwam weer de grote contrasten meegemaakt in het weer. Vanmorgen begon rond half zeven. Een blik naar buiten leerde dat het nog steeds grijs buiten was. Het sloeg ook nog een beetje nat aan.
Gisteravond gehoord dat het zowel bij Shag Point als bij het Lighthouse van Moeraki ook heel mooi zou zijn. Aangezien ik verwacht om de afstand naar Mt Cook best in een middag kan doen, besluit ik dus om toch maar weer een stuk terug te rijden. Allereerst naar Shagpoint. Het is er nog rustig en vredig in de ochtend. Het is wel fris en het miezert een beetje. Er liggen tal van zeehonden op de rotsen voor de kust. Op een rots is een mannetje wel heel dominant aanwezig terwijl de jongen aan het spelen zijn. Een jong blijkt zeker niet van hem te zijn en zal dat ook weten. Vrij lang de belevenissen van familie zeehond op de video kunnen vastleggen. Uiteraard ook een aantal foto´s genomen.
Vervolgens naar Moeraki Lighthouse gereden. Voorbij de vuurtoren tot de uiterste punt gelopen. Bijna nog aangevallen door een paar meeuwen. Uiteraard hier ook een mooie omgeving alleen jammer dat het zo grauw en grijs is. Wel enkele foto´s genomen. Ik rijd weer terug naar Oamaru, maar rijdt nu door. Bij Pueki neem ik hw 83 richting het westen. Onderweg maak ik nog een kleine wandeling bij lake Aviemore en neem een kijkje bij de waterskiërs op Lake Benmore.
Een aantal door stuwdammen ontstane meren. In Otemara doe ik nog even een paar boodschappen en trakteer mijzelf op een Magnum peppermint. Gaat er met dit warme weer wel in. Want het is nu helemaal zonnig in het dal en behoorlijk warm. Bij het inrijden van de bergen werd het namelijk helemaal zonnig. Heerlijk na die 3 dagen mist, regen en bewolking.
Ik kijk nog even in Twizel, maar besluit toch maar om in Mt Cook te gaan overnachten op de DOC campground die daar moet zijn. Onderweg nog een paar keer gestopt o.a. bij Lake Pukaki. Een prachtige kleur van het meer. Niet donkerblauw of groenachtig, nee dit is meer lichtblauw. Komt door het gletsjerwater wat van Mt Cook en Mt Abel Tasman komt. Schitterend om te zien met de bergen op de achtergrond. Tegen half zes arriveer ik bij de campground. Het is er al aardig vol, maar ik vindt nog wel een plekje. Dan eerst even een kleine wandeling naar de lookout van het Mueller Lake en even een kijkje nemen bij het Alpine Monument. Een monument ter ere van mensen die in die omgeving tijdens hun sport/hobby, bergbeklimmen, zijn omgekomen. Daarna is het eten, macaroni en een kippenborst, en vervolgens alle 65 foto´s weer downloaden, re-sizen en het reisverslag bijwerken. Het is inmiddels 21.45 u. Maak nog even een korte wandeling en dan is het naar bed. Al met al een dag om tevreden op terug te zien. Morgenochtend mogelijk even een stevige wandeling de Hooker Valley in.